Voorjaarsbloeiers

In deze sombere wintertijd verlangen we allemaal naar de lente. Het is dan ook leuk om in deze tijd toch wat bloeiends in je tuin te hebben. Voor insecten zijn voorjaarsbloeiers ook erg belangrijk. Als de insecten na de winter weer uit hun winterverblijf komen, hebben ze dringend behoefte aan nectar en aan stuifmeel voor hun broedsel. Dus leuk voor ons en goed voor de natuur.

Crocus ancyrensis

Crocussen zijn prachtig en geliefd bij bijen.

Als eerste heb je de bollen: Sneeuwklokjes, Winteraconiet, Crocussen en Sneeuwroem. Deze kan je ook prima onder bomen zetten of tussen vaste planten. Als de vaste planten in blad komen, zijn de bollen al uitgeboeid. Ze verwilderen, dus je hoeft ze niet uit de grond te halen. Wees niet te zuinig, je hebt niet gauw te veel. Plant minstens 50 stuks. Beste planttijd is september tot december, zolang het niet vriest. Potten met bollen voor binnen, zoals Sneeuwklokjes, Narcissen en Crocussen kun je als ze binnen uitgebloeid zijn ook in de tuin zetten. Ze bloeien volgend jaar gewoon weer.

Winter- en voorjaarbloeiende struiken zijn de Viburnum tinus, de Hamelis of Toverhazelaar, de Chimonanthus praecox (Meloenboompje) en de Stachyurus praecox of staartaar.

 

Voorjaarsbloeier

Helleborus

Een prachtige winterbloeiende vaste plant is de Helleborus. Dit is ook een hele goede bijenplant. Hij heeft wintergroen blad en in deze tijd beginnen de bloemknoppen tussen het blad door te komen. Hij bloeit lang door en de zaaddozen zijn ook nog decoratief. Verkrijgbaar in roze, paars, wit en van alles ertussen in. Koop de planten het liefst bloeiend, want het zijn vaak zaailingen dus de kleuren kunnen variëren.

Heb jij nog tips voor winter of voorjaarsbloeiers? Geef ze door!

Advies? Heb je geen voorjaarsbloeiers in je tuin en wil je advies welke planten bij jouw passen? Neem contact op voor een vrijblijvend adviesgesprek.

Breedte belangrijker dan hoogte bij struiken en bomen?

Acer palmatum

Een Acer Palmatum wordt ongeveer even breed als hoog.

Waar ik mij vaak over verbaas is dat op de kaartjes bij heesters en bomen bij het tuincentrum wel de hoogte, maar niet de breedte van de struik staat. Dit zorgt ervoor dat planten vaak op de verkeerde plaats terecht komen omdat ze veel breder uitgroeien dan de koper gedacht had. Hoe vaak zie ik niet prachtige nieuw geplante Rhododendrons op 50 centimeter van een looppad staan? Of 5 van die Rhodo’s op twee vierkante meter? Als de planten uitgroeien moeten ze dan regelmatig (aan 1 kant) gesnoeid worden, waardoor ze hun mooie natuurlijke vorm kwijt raken.

De hoogte staat wel op een kaartje, maar wat maakt dat eigenlijk uit? De lucht is eindeloos hoog, dus planten kunnen gemakkelijk de hoogte in. Natuurlijk wil je meestal geen struik van 4 meter hoog vooraan in je border, maar toch. Als de struik 4 meter breed wordt, heb je toch een groter probleem. Ook voor een boom is de hoogte wel interessant, maar de breedte veel belangrijker. Want een hoge boom, die niet breed wordt past vaak wel in een tuin. Een hoge boom, die ook nog eens heel breed wordt, zorgt sneller voor problemen doordat hij veel zon wegneemt (bij de buren). Gelukkig staat er op veel websites van boomkwekers wel informatie over de breedte en groeivorm van de boom.

Ik pleit ervoor om voortaan ook de breedte van een heester op het etiket te zetten, dan weet je wat je koopt en hoe de heester zich gaat ontwikkelen als hij het naar zijn zin heeft in je tuin. En voor de particulier: orienteer je (op internet) of vraag advies over de breedte uitgroei, voordat je een boom of struik koopt.

Wat is een dendroloog?

Ik ben lid van de Nederlandse Dendrologie Vereniging (NDV) en ga veel mee met excursies en cursussen. Als ik dat aan iemand vertel is de standaard reactie: Dendrologie, wat is dat dan??? Zelfs de spellingscontrole kent het woord niet. Dus vandaar mijn toelichting hier.

Even de theorie: Dendrologie is volgens Wikipedia ‘studie van bomen, heesters en in het algemeen houtachtige planten. Het is een wetenschappelijk deelgebied van de botanie’. Iemand die zich daarmee bezig houdt is een dendroloog.

Hier heb je nog niet zoveel aan. Nu de praktijk:

– dendrologen zijn over het algemeen wat oudere mannen en vrouwen, die in vele jaren heel veel kennis hebben opgedaan. Zij vinden het ook leuk om die kennis te delen.

– een groep dendrologen staat altijd onder een boom of bij een struik. Bij een boom staan zij met hun hoofd in de nek om de bladeren te kunnen zien. Een of twee van hen proberen met een de haak van een paraplu een tak naar beneden te trekken om beter te kunnen zien. Een paar anderen zoeken in het gras onder de boom naar zaden of afgevallen bladeren. Als je dichterbij durft te komen, hoor je bijvoorbeeld een discussie of dit een Acer sacharinum of een Acer pseudoplatanum is. Of is het misschien toch een kruising tussen die twee? Argumenten als een langere bladsteel, diepere lobben, behaard blad, grotere vruchten, opstaande of hangende bloemen vliegen over en weer.

– verder is het voor een groep dendrologen onmogelijk zich aan de geplande route te houden. Er is immers altijd iets interessants/onbekends te zien net buiten die route.

– een dendroloog weet verder precies waar een groot/dik/hoog/bijzonder exemplaar van een bepaalde boom of struik staat. Niet alleen in Nederland, maar ook in Belgie en Duitsland.

– een dendroloog is ook te herkennen aan zijn tuin. Die staat vol met bijzondere bomen en struiken, die veel te dicht op elkaar staan, omdat hij niet kan kiezen. Veel van de planten zijn zelf gezaaid en de herkomst van het zaad is vaak bekend (deze is uit zaad, dat ik in 1997 heb meegenomen van de excursie in het stadspark van Maastricht).

– een dendroloog geeft ook graag een plant cadeau. Dat is vaak een takje met een paar blaadjes in een klein potje. Maar het is wel een bijzondere! Een stek van de struik uit zijn tuin en dat is weer een stekje, dat hij gekregen heeft van …. enz, enz. Het wordt een grote boom of struik (als je achterkleinkinderen volwassen zijn, maar goed).

Bij mijn eerste excursies was ik nog wel eens verbaasd over deze gewoonten. Intussen ben ik er aan gewend en begin ook vergelijkbare trekjes te vertonen. Er staan nu immers potjes met de zaden van de Castanea pumila in mijn tuin, verzameld in het arboretum in Wageningen. Gewone struiken als Hydrangea’s en wintergroene Prunus ruimen het veld voor Sophora japonica en Clerodendrum bungei. Dendroloog durf ik me nog niet noemen (en misschien wil ik dat ook nog wel niet), maar het zaadje is al wel geplant.

Overigens zijn veel excursies van de Nederlandse Dendrologie Vereniging als introducee te bezoeken, dus als u dit bijzondere fenomeen eens live wilt meemaken, kijk op de site van de NDV voor het programma.

Knipangst? Nergens voor nodig

Veel mensen zijn in de tuin bang om planten af te knippen. Dat is nergens voor nodig. De meeste planten hebben een ongelofelijke veerkracht en verdragen een flinke knipbeurt goed.

Voorbeelden:
Clematis kan heel goed gesnoeid worden. Knip de plant na de bloei kort en zelf op hele oude takken loopt de plant weer uit.

Kort gesnoeide clematis na een week.

Kort gesnoeide clematis na een week.

Clematis montana

Clematis montana enkele maanden na de snoei

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vaste planten zoals Longenkruid, Vrouwenmantel, Kattenkruid en Geranium kunnen na de bloei of als het blad lelijk is, worden kort geknipt. De planten lopen weer uit en geven vaak een tweede bloei.

Laatbloeiende vaste planten, die erg hoog en soms rommelig worden, kunnen in het voorjaar worden getopt. Dit zijn bijvoorbeeld Phloxen, Asters, Helianthus. Daardoor vertakken ze zich en blijven ze lager. Ze bloeien daardoor wel iets later.

Deze hulst loopt weer helemaal uit na helemaal te zijn afgezaagd.

Deze hulst loopt weer helemaal uit na helemaal te zijn afgezaagd.

Heesters zoals Rhododendrons, Taxus, Hulst, Laurierkers kunnen zeer diep worden teruggesnoeid. Doe dit bij voorkeur in het voorjaar, dan groeit de plant sneller uit en kijk je minder lang tegen een kale struik aan. Bij de Rhododendron snoei je dan wel de knoppen weg.

Hedera of klimop kan je in het voorjaar flink terug knippen. Als je het als klimmer tegen een schutting hebt staan en het blad is in de winter lelijk geworden, kun je het ook ‘scheren’ al het oude blad eraf met een heggenschaar. na een paar weken heb je weer een prachtige schutting met vers groen blad.

Wanneer niet?

Coniferen mag je niet snoeien tot in het bruine hout, daar lopen ze niet meer op uit.

Snoei voorjaarsbloeiende heesters (Forsythia, Hamamelis, Amelanchier) niet in het najaar, dan snoei je de bloemknoppen eruit.

Herfstbloeiende Abelia

Herfstbloeiende Abelia

Snoei laat bloeiende heesters (Deutzia, Abelia, Hydrangea) niet in het voorjaar, je begrijpt het al, dan knip je de bloemknoppen eruit.

Natuurlijk tuinieren, waarom en hoe

Waarom een natuurlijke tuin met veel dieren en planten?

  • Dieren in de tuin is leuk:

Vogels zingen en scharrelen in de tuin. Ze maken onderling ruzie en zitten elkaar achterna. ‘s Winters komen ze bij de voederplaatsen en heb je wat te zien. Vlinders geven je het zomerse gevoel. ‘s Avonds zie je een grote libelle op jacht naar muggen over het gazon scheren. En bij zonsondergang komen de vleermuizen, die prachtig rondjes vliegen tussen de open plekken in de tuin.

akelei met bij

akelei met bij

  • Beter biologisch evenwicht:

Wie kan beter voor een biologisch evenwicht zorgen dan de natuur zelf? Dieren eten elkaar op en houden zo de verhoudingen in stand. De wind verspreid zaden, de bijen bevruchten planten. In mijn tuin heb ik weinig last van ziekten of plagen, het lost zichzelf vaak op. Een paar dagen luizen op de rozen? Daarna zijn ze opgegeten en verdwenen. Ik hoef geen gif te gebruiken en als ik iets nodig heb gebruik ik biologische bestrijdingsmiddelen.

  • Meer variatie:

Om meer dieren van je tuin te laten genieten is meer variatie nodig. Dat betekent dat je niet de hele voortuin met 1 soort plant moet volzetten. Als die plant niet bloeit, is er voor de bijen en vlinders niets meer te beleven. Dieren zijn er niet alleen ‘s zomers, maar ook ‘s winters.

Hoe maak je een natuurlijke tuin?

Een natuurlijke tuin betekent zoveel mogelijk ecologisch tuinieren, zorgen voor een goede bodem met veel bodemleven. Bedek de grond en vermijd kale bodem. Zet de juiste plant op de juiste plaats. Zorg voor variatie in planten en in bloeitijd, plant vroegbloeiende bloembollen en heesters, maar ook herfst en winterbloeiers. Een op een warme winterdag vroeg uitgevlogen bij of hommel kan dan ook voedsel vinden.

Lok dieren de tuin in met hagen, pergola’s, verhogingen, vogelhuisjes, bijenhotels, drachtplanten, struiken met vruchten, wintergroene struiken, etc.

Malus 'Golden Hornet'

Een boom met vruchten lokt vogels de tuin in.

Niet winterklaar maken! Laat blad liggen en knip zaden niet af. De vogels en insecten maken er in de winter dankbaar gebruik van.

Help de natuur als het nodig is met natuurlijke middelen. Door  planten te versterken met plantengier of thee (bijv. brandnetelgier), plaagdieren weg te jagen met natuurlijke middelen (knoflook tegen slakken, koud water tegen luizen), natuurlijke vijanden in te zetten (lieveheersbeestjes, aaltjes) en aangetaste plantdelen verwijderen en in de vuilnis doen.

Als resultaat heeft u een tuin vol leven en variatie.

Dol op Dahlia’s ?

Dahlia’s zijn mooie planten om gaten in de border op te vullen. Ook geschikt als snijbloem. Ze zijn er van laag tot hoog, met grote en fijne bloemen. De bijen vliegen alleen op de enkele Dahlia’s, dus daar heb ik er een aantal van. De Dahlia is in Nederland niet winterhard, in het najaar moet je de knollen uit de grond halen en droog en vorstvrij laten overwinteren. Geef ze een label met de naam/kleur, zodat je weet wat voor Dahlia het is. In het voorjaar kun je de knollen voortrekken, door ze in een pot met potgrond te planten. Zet ze op een licht vorstvrije plek en geef regelmatig water. Dit kan trouwens ook met knollen die je in een tuincentrum koopt.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Opgepot, nu maar afwachten!

Na een tijdje beginnen ze uit te lopen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Dahlia opgepot en uitlopend.

Dan komt het moeilijkste. Om een mooie volle plant te krijgen, moet je van die mooie nieuwe stengels de toppen eruit halen. De plant gaat dan vertakken.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De top eruit knijpen.

Na een tijdje krijgt de plant zijscheuten.

Getopte dahlia loopt weer uit

Getopte dahlia loopt weer uit

 

Als er geen nachtvorst meer is kunnen ze de tuin in, geplant in een border of in een snijbloemenbed.
dahlia

Nog even afwachten en dan genieten van de mooie bloemen.

Dahlia 'Bishops Variety'

Dahlia ‘Bishops Variety’

Een probleem bij de opkweek zijn slakken. Zij houden ook van Dahlia’s. Strooi daarom zaagsel, eierschillen of biologische (!!) slakkenkorrels rond de jonge planten.

Mooie tuin begint met goede bodem.

Wat houdt een goede bodem in? Hier zijn twee dingen belangrijk: vochthuishouding en voedingstoffen.

Een goede bodem kan genoeg water vasthouden, maar ook genoeg water afvoeren. Een goede bodem droogt ook niet snel uit. Water is zo belangrijk voor planten omdat planten via het water de voedingsstoffen uit de bodem opnemen. Teveel water is niet goed, omdat plantenwortels dan geen zuurstof kunnen opnemen en daardoor afsterven. De hoeveelheid water die een plant nodig heeft verschilt per plant, maar ook per standplaats. Een plant in de zon verdampt meer water en zal dus meer water nodig hebben.

Organisch materiaal zorgt ervoor dat de bodem veel water kan vasthouden. Organisch materiaal wordt gevormd door verteerde plantenresten, zoals bladeren, organische mest, mulch en compost. U kunt uw bodem verbeteren door te mulchen. Mulch is een laag organische stof op de aarde, bijvoorbeeld gemaaid gras, bladeren, plantenresten, boomschors, cacaodoppen of fijngehakt hout of takken. Dit wordt verteerd door het bodemleven en omgezet in nuttige stoffen. Dit is voor zandgrond belangrijk omdat zandgrond dan beter vocht kan vasthouden. Kleigrond wordt juist beter vochtdoorlatend en beter te bewerken.

Een ander belangrijk onderdeel van een goede bodem zijn de voedingsstoffen. Planten hebben die stoffen nodig voor hun groei, bloei en wortelgroei. De voedingsstoffen die in de bodem aanwezig zijn worden deels verbruikt, maar ook deels uitgespoeld door de regen. Het is daarom belangrijk om die voedingsstoffen toe te voegen. Gebruik hiervoor bij voorkeur organische meststoffen, omdat die het bodemleven stimuleren. Over bemesting vertel ik in een later blog meer.

Vragen over de bodem? Stel ze gerust.

10 tips voor goed snoeien

1 Zet een plant of boom op een plek waar hij genoeg ruimte heeft, dan hoef je niet te snoeien.
2. Snoei met een scherpe schone snoeischaar. Dan krijgt de plant mooie strakke wonden. Die genezen sneller en daardoor minder kans op ziektes.
3. Is 1 niet gelukt, knip dan weg wat je in de weg zit. Niets is vervelender dan door overhangende struiken naar je huis te lopen, nat te druppelen of door de spinnenwebben te lopen.
4. Algemene regel is: Snoei na de bloei. Dus voorjaarsbloeiende heesters in het voorjaar, najaarsbloeiers in het najaar. De voorjaarsbloeiers bloeien namelijk op hout dat vorig jaar gegroeid is. Als je dat wegknipt, bloeit de plant niet meer.
5. Begin met dood hout weg te snoeien. Hierin kunnen ziektes zitten en het neemt licht weg voor levende takken.
6. Waar je knipt, loopt de plant weer uit. Snoei daarom niet bovenin de struik, maar haal (een deel, bijvoorbeeld ieder jaar 1/3 van de) takken weg uit het hart van de struik. Er komt licht in de struik. En de nieuwe takken komen van onderaf, waardoor de vorm mooi blijft.
7. Snoei Coniferen en Lavendel niet tot op het kale hout. De Coniferen lopen daar niet meer uit, de Lavendel soms wel, maar vaak ook niet. Knip dus tot op de groene delen.
8. Taxus en Hulst kan je flink terugsnoeien. Doe dit in het voorjaar, anders kijk je een hele winter tegen een kale stam aan.
9. Snoei bij planten op stam alle takken weg die op de stam (onder het entpunt waar de kop uit komt) of onderaan de stam weg. Dit zijn takken van de onderstam, die vaak sterker groeien en uiteindelijk de kop gaan overnemen.
10. Snoei grootbladige planten zoals Laurierkers niet met een heggeschaar. Er komen dan veel lelijk afgeknipte bladen. Knip liever met een snoeischaar de takken door.

Kom je er nu nog niet uit, vraag dan advies aan een hovenier of volg een snoeicursus bij een Groei & Bloei afdeling in je buurt. www.groei.nl. Je kan ook je vraag hier stellen, dan probeer ik hem te beantwoorden.

download

Regenwater afkoppelen

afkoppeling regenwater

Bij veel huizen komen de regenpijpen uit in het riool, soms in een apart riool voor regenwater, maar soms ook in hetzelfde riool als het toilet en de wasmachine. Hevige regenbuien veroorzaken in sommige gebieden problemen met het riool, omdat dat de hoeveelheid water niet kan verwerken. De riolen liggen immers al jaren in de grond. Zij zijn niet altijd berekend op het huidige aantal huishoudens, op het vele water dat wij verbruiken en op de hoeveelheid regenwater die tijdens stortbuien afgevoerd moet worden. Daarnaast kost het veel energie om het rioolwater te zuiveren tot schoon leidingwater.

U kunt helpen door uw regenafvoer af te koppelen van het riool. Concreet betekent dit de regenpijp afzagen en het regenwater in de bodem laten weglopen. Soms zijn enkele eenvoudige aanvullende maatregelen nodig, zoals een stuk grind of een waterelement om het water in op te vangen. Bij grote oppervlakten kan het regenwater in ondergrondse tanks worden opgevangen en dan infiltreren in de grond.

Wat zijn de voordelen van het afkoppelen van regenwater?

–        Schoon water (regenwater) blijft schoon, het wordt niet via het riool afgevoerd en via een ingewikkeld proces gezuiverd.

–        Het is niet nodig de capaciteit van de riolering uit te breiden, dit scheelt kosten. Huiseigenaren besparen deze kosten, die anders via de lokale belastingen moeten worden betaald.

–        U gaat de verdroging van uw tuin tegen, door het regenwater in uw tuin te gebruiken.

–        In veel gemeenten kunt u subsidie krijgen voor het afkoppelen van regenwater, dus het hoeft u niets te kosten.

Voor de Utrechtse heuvelrug kunt u meer informatie kunt u vinden op www.destichtserijnlanden.nl onder afkoppelsubsidie en op www.heuvelrug.nl  zoekwoord afkoppelen.

Het waterschap de Stichtse Rijnlanden geeft subsidie per m2 dakoppervlak. De Gemeente Utrechtse Heuvelrug geeft ook subsidie. Inwoners van Maarn vallen niet onder de Stichtse Rijnlanden vallen en krijgen alleen de gemeente subsidie.

Wilt u advies over het afkoppelen van uw regenpijpen en het op een mooie manier verwerken van het regenwater in uw tuin. Tuin Natuurlijk! kan u helpen. Bel of mail uw vraag.

« Older Entries